Fatum (1915)

Regie

Johan Gildemeijer

Release

14-05-1915

Studio

Rembrandt Film

Duur

-1
Filminformatie

Verhaal

Kobus Drost, een welgestelde boer, ontvangt van zijn neef Verbeek een schrijven waarin deze hem de hulp inriep tot het opknappen van zijn schuit. Kobus gaat om die reden naar Volendam om zijn neef aldaar op te zoeken. De eerste ontmoeting met Anna, de werkmeid bij Verbeek, maakt grote indruk op de boer. Na met zijn vriend over het meisje gesproken te hebben, weet Kobus het zelfs zover door te drijven dat Anna als boerenmeid op zijn hoeve zal meegaan. Bij aankomst van de schone Volendamse bleek de zuster van Kobus niet erg ingenomen met het geval. Anna wordt door het aanwezige personeel geducht in de maling genomen. Kobus neemt haar dan in bescherming. Na enige tijd bemerkt hij dat Arend, één van zijn knechten, Anna lief heeft. De oproepingvan Arend voor de militaire dienst was voor Kobus een bijzondere uitkomst. Van de afwezigheid van Arend maakt Kobus gebruik Anna op zekere dag te verzoeken zijn vrouw te worden. Anna, die daarin toestemde, wordt nu meesteres over de hoeve. Het personeel was over deze wending van zaken niet erg ingenomen. Arend komt met verlof op de hoeve terug. Na de ontmoeting met Anna bemerkt hij welke veranderingen hebben plaatsgehad. Krelis, die eerder door Kobus op staande voet was ontslagen, is getuige van de afspraak tussen Anna en Arend. Krelis zal hiervan gebruik maken om zich tegenover zijn gewezen baas te wreken. Als Kobus en Krelis op de bewuste avond in de herberg zitten, vertelt Krelis de boer dat Arend was thuisgekomen en zijn vrouw hem voor de gek hield. Kobus springt van woede op, slaat de zegsman neer en holt naar huis. Waanzinnig van drift haalt boer Kobus zijn geweer om juist naar de plaats te ijlen waar Anna en Arend juist als vrienden van elkaar zouden gaan. Het noodlottig schot knalt en Arend valt dodelijk getroffen op de grond. Anna wil naar huis, doch wordt door de zuster van de boer het huis ontzegd. Gehoond door het personeel verlaat zij de hoeve. Kobus wordt terechtgesteld en gedurende twee jaren in de gevangenis opgesloten. Als hij zijn tijd volbracht heeft gaat hij naar huis. Het blijkt echter dat zijn geestesvermogens geknakt zijn. Op zekere dag wist hij de hoeve ongemerkt te verlaten en begaf zich naar Amsterdam. Na een tijd te hebben rondgezworven landde hij ten laatste aan in een danshuis op de Zeedijk. In zichzelf gekeerd bleef hij op een stoel zitten. De dansende paren maken gekheid met hem, beproefden hem tot dansen over te halen, doch vergeefs. De juffrouw achter het buffet zal nog een laatste poging wagen als zij plotseling tot de ontdekking komt dat de persoon in kwestie haar man is. Ook Kobus herkent haar en onder de uitroep: 'Mensen dat is mijn vrouw', zakt hij in elkaar.

Cast

Louis Bouwmeester sr. (Kobus Drost), Julie Frenkel-Meyer (Anna, zijn latere vrouw), Wilhelmina Kley (zijn zuster), John Timrott (Arend), August van den Hoeck (Kees Nieman, boerenknecht), Heintje=Henriëtte Davids (danseres), Louis Davids (danspartner), Julia Ude (Trijn)

Ontstaan

Opgenomen in Monnickendam, Abcoude, Volendam en Amsterdam (rond het Leidseplein). Louis Bouwmeester sr. is de oom van regisseur Theo Frenkel sr.