Zakenman Paul (Tom Vermeir) laat niets aan het toeval over. Met het fortuin dat hij heeft verdiend denkt hij een veilige wereld te hebben gecreëerd voor zijn vrouw Anna (Laura de Boer) en hun zoontje Thomas. Met z’n drieën wonen ze op de bovenste etage van een exclusief appartementencomplex, hoog en onaantastbaar boven de stad. Wanneer de achtjarige Thomas ziek wordt, vormen zich de eerste barsten. Paul en Anna proberen met al hun macht de controle te bewaren, terwijl hun perfecte levens langzaam beginnen af te brokkelen.
Cast
Tom Vermeir (Paul), Laura de Boer (Anna), Neathan van der Gronden (Thomas), Teresa Saponangelo (Cristina), Mattijn Hartemink (Rick), Peggy Vrijens (Liesbeth), Johan Heldenbergh (Arend), Raf Albers (Camiel), Han Kerckhoffs (Martin), Romana Vrede (arts), Kristen Denkers (Daans moeder), Gene Bervoets (Jean), Flor Decleir (Francois), Joris Smit (Rogier), Bert Luppes (schooldirecteur), Celion Kerk (medewerker museum), Sijtze van der Meer (afdelingshoofd), Maria Ciuffreda (moeder Cristina), Yvonne Schaap (Lydia)
Ontstaan
Nederlands, Italiaans, Engels gesproken.
Kijkwijzer: 9 jaar (angst, grof taalgebruik).
Pers
Alexander Zwart op Filmkrant.nl op 25 februari 2020: "In het speelfilmdebuut van Jenneke Boeijink zorgt het zieke zoontje van een succesvol echtpaar voor scheuren in hun gezamenlijke leven. Maar in Porselein verliest alle symboliek gaandeweg zijn dubbele betekenis.
Het eerste dat opvalt aan Porselein is de taal. Om preciezer te zijn, de dictie. Dat zit niet zozeer in het acteerwerk als wel in de verschillen in tongval van de acteurs. Grof genomen hoor je half om half Nederlands en Vlaams. Hoe mooi die vermenging op sociologisch gebied ook zou zijn, hier roept het nogal wat onnodige vraagtekens op die nooit worden beantwoord: waar bevinden we ons hier en hoezo deze taalsituatie?
De reden blijkt te liggen in productionele overwegingen die niets van doen hebben met de plot van de film. Regisseur Jenneke Boeijink werkte ruim zeven jaar aan haar eerste bioscoopfilm en werd gaandeweg dat proces geconfronteerd met om verschillende redenen afhakende Nederlandse cast- en crewleden. België bood uitkomst, een manier om de film alsnog gemaakt te krijgen. Euro-pudding op Benelux-niveau.
Toch rijst de vraag of Porselein niet een nog wat langere rijptijd nodig had. Het is een behoorlijk hermetische film. Het persoonlijke verhaal over een uit elkaar groeiend echtpaar werd destijds door Boeijink en haar toenmalige echtgenoot Thibaut Delpeut in een week geschreven. Pas tijdens de draaiperiode realiseerde Boeijink, die inmiddels van Delpeut was gescheiden, zich dat haar werkelijkheid het verhaal had ingehaald. Zo werd de film met terugwerkende kracht een reflectie op haar verbroken relatie.
In Porselein wordt dit verbeeld met veel dubbel bedoelde lagen waarin gaandeweg het verschil tussen letterlijk en figuurlijk verdwijnt. Een succesvol echtpaar woont met hun zoontje op een van de bovenste etages van een luxe woontoren. Enerzijds is er Paul (Tom Vermeir) die als zakenman vaart op zijn zelfverzekerde houding om genadeloos over alle obstakels heen te walsen. Anderzijds zijn echtgenote Anna (Laura de Boer) die werkzaam is als restaurateur van porselein. Ze worden geconfronteerd met scheurtjes in hun gezamenlijke leven als hun achtjarige zoontje Thomas (Neathan van der Gronden) eerst vreemd gedrag vertoont en vervolgens ziek wordt. Paul verliest daarmee zijn houvast en controle en Anna kan als restaurateur de ‘barsten’ in het ‘porselein’ niet meer helen. En wat is je ivoren toren dan nog waard?
In het afglijden naar verval en chaos worden in Porselein op serieuze toon metaforen op elkaar gestapeld. Maar te midden van alle symboliek mist enige ademruimte. Door een gebrek hieraan glijdt Boeijinks film zelf af, en stapelen de vervreemdende en eendimensionale beeldspraken zich in rap tempo op. Boeijink zelf realiseert zich dat wellicht ook. Citaat uit de persmap: ‘Ik maakte deze film op intuïtie, misschien was een rationelere benadering ook goed geweest.’"
Kevin Toma op Volkskrant.nl op 11 maart 2020: "‘Uw familie is uw kapitaal’, zegt iemand in Porselein tegen veertiger Paul. Hij had het ongetwijfeld zelf zo kunnen verwoorden. Paul (Tom Vermeir) is een zakenman die enkel kan denken in termen van kansen, investeringen en uitdagingen. Geen wonder dat hij zichzelf flink tegenkomt, wanneer alle fundamenten onder zijn bestaan wegvallen.
Want daar sta je dan, in je luxe designappartement hoog in een Rotterdamse woontoren, als je 8-jarige zoontje een mysterieuze ziekte krijgt en je vrouw het volledig laat afweten. De anders zo engelachtige Thomas (Neathan van der Gronden) bijt op school een kind, krijgt epileptische aanvallen en zweren. Hij begint zich steeds raarder te gedragen, terwijl de artsen niets kunnen vinden. Een situatie waarmee Pauls echtgenoot Anna (Laura de Boer), een porseleinrestaurateur die nogal broos in het dagelijks leven staat, niet overweg kan.
Vanaf dat moment laat cineast Jenneke Boeijink haar speelfilmdebuut volop broeien. De akelig gele gloed in Thomas’ slaapkamer. Paul die met zijn eigen spiegelbeeld wordt geconfronteerd, in het geblindeerde raam van een behandelruimte. Wat heeft Anna te zoeken bij Pauls broer Jean (Gène Bervoets) en diens commune-achtige woongemeenschap? Waarom haalt Paul de Italiaanse verpleegkundige Cristina (Teresa Saponangelo) in huis?
Boeijink, die het scenario schreef met haar toenmalige echtgenoot Thibaud Delpeut, is niet bang dingen in het midden te laten. De angsten van het ouderschap, de druk van de maatschappij en de schijnveiligheid van een relatie; ze cirkelen als muzikale motieven door Porselein.
Tegelijkertijd drijft de film gretig op nogal voor de hand liggende symboliek. De zieke Thomas is minder een personage dan een griezelig kijkende metafoor voor de rot in het huwelijk van zijn ouders. Wanneer Anna een presentatie geeft over porselein dat zichzelf van binnenuit vernietigt, lijkt ze het vooral over haar eigen bestaan te hebben.
Drie mensen die hopeloos vastzitten in hun rollen, daar komt het op neer in Porselein. Veelzeggend is dat Paul altijd een maatpak draagt en dat Anna nog eerder uit de film verdwijnt dan dat ze een significante karakterontwikkeling doormaakt. Pas in de laatste, er wat los bij hangende akte lijkt iets te verschuiven. Daar wordt Porselein ook zinnelijker, rauwer en intenser, en voelt de raadselachtigheid van het geheel minder geforceerd. Alsof de film ook zelf frisse lucht nodig had."
Ronald Rovers op Trouw.nl op 12 maart 2020: "Zullen we hiermee ophouden? Dit soort films – façade van gelukkig leventje blijkt breekbaar, desintegratie gezin – is in steeds net iets andere vorm al zo vaak verteld.
En dat is niet eens het belangrijkst: de film is volstrekt levenloos. En dat is niet de levenloosheid van het gezin waar het hier om draait.
De film opent met een toespraak van Anna op een feestje, waar ze haar man Paul bedankt omdat hij richting en een doel aan haar leven heeft gegeven. “En een zoontje.” Tot zover de façade. Kleine Thomas neemt kort daarna een hap uit de arm van een klasgenootje en dat zet de neergang in werking. Het gedrag van Thomas wordt steeds grilliger, maar in tegenstelling tot de kijker kunnen artsen niks vinden. Voor die kijker is namelijk al snel duidelijk dat het armoedige gevoelsleven van het gezin de oorzaak van alle ellende is. Net zoals overduidelijk is dat Anna in haar werk het microscopische leven bestudeert, maar niet in staat is het grote plaatje te zien. En ja, Pauls agressie over dat de wereld niet precies doet wat hij wil, heeft iets urgents, want zo gedragen steeds meer mensen zich in de openbare ruimte. De film doet erg z’n best om die spiegel van de maatschappij te zijn.
De acteurs doen ook hun best, het kille decor past bij het armoedige gevoelsleven en beeld en geluid proberen de spanning te verhogen. Maar het is niet boeiend. Het ene na het andere veelzeggende moment dient zich aan – woede-uitbarstingen, Thomas die de ramen met rode verf bekladt – maar het doet de kijker niks."
Dana Linssen op NRC.nl op 10 maart 2020: "(...) Zou het de angst zijn van elke moeder om een monster te baren? Of van elke ouder dat alleen jij dat neergedaalde engelenkind begrijpt (zelfs als het monsterachtig en onbegrijpelijk lijkt) en je partner niet?
In haar debuutfilm Porselein maakt psycholoog en fotograaf Jenneke Boeijinck van dat soort concrete vragen metaforische abstracties. Dat gaat zo ver dat zelfs de achtjarige Thomas, die met zijn mysterieuze gedrag het traditionele modelhuwelijk van Anna en Paul uiteen scheurt, zelf ook een metafoor wordt. Het kind als symbool voor wat er toch al mis is in een relatie. De eerste hints daarvoor worden al gegeven als het kind alleen nog maar lief en mooi is. Maken de ouders het ziek? Zijn steeds meer kinderen niet te diagnosticeren door het perfectionisme van hun opvoeders?
Boeijinck schreef het scenario voor haar eerste lange speelfilm met inmiddels ex-echtgenoot, theatermaker Thibaud Delpeut. Het zeven jaar durende schrijfproces krijgt zo ook iets van zelfreflectie en relatietherapie. Het verklaart misschien ook waarom de film soms zo discreet en hermetisch, en soms zo onverschrokken en to the point is. Er sluimert van alles onder de oppervlakte in deze mix van het momenteel in de bioscoop draaiende System Crasher en de moderne klassieker We Need to Talk About Kevin. Zou het ook de angst zijn van elk kind, dat z’n ouders hem een monster vinden?"