In Kruimeltje; De Strijd om de Goudmijn is Kruimeltje weer verenigd met zijn ouders. Hij is niet meer het arme straatjongetje, maar woont samen met zijn ouders in
een mooie villa op het platteland. Hoe fijn het ook is om weer met zijn ouders samen te zijn het is ook saai op zo’n landgoed, Kruimeltje mist het spannende stadsleven. Hij besluit om weg te
lopen, samen met zijn trouwe hond Moor. Maar wanneer hij onderweg naar de stad wordt tegengehouden door Anna en aan haar probeert te ontsnappen, worden zij allebei ontvoerd! Een
oude bekende slechterik duikt op en heeft het op hen gemunt in de strijd om de goudmijn.
Cast
Viggo Neijs (Kruimeltje), Victor Löw (Lefty), Loek Peters (Herman), Rick Engelkes (Harry), Horace Cohen (Roest), Bas Keijzer (Eduard), Huub Smit (Rinus), Sabien Dunnewijk (Anna), Ilse
Warringa (Trix), Kim Pieters (Lieze), Mike Libanon (veerman), Rein Hofman (oud-ijzerboer), Rian Gerritsen (Dolly), Lieke Antonisen (Paula)
Ontstaan
KRUIMELTJE van Maria Peters met Ruud Feltkamp verscheen in 1999. Rick Engelkes is in beide films te zien.
Velsen-Zuid doet dienst als Rotterdam.
Kijkwijzer: 6 jaar (geweld, angst, grof taalgebruik).
Pers
André Waardenburg op NRC.nl op 4 februari 2020: "(...) In Kruimeltje (1999), de verfilming van het klassieke kinderboek uit 1923, wordt Harry Volker, Kruimeltjes naar Amerika geëmigreerde vader, aan het eind van het verhaal herenigd met de vrouw en het zoontje die hij achterliet. In
het vervolg Kruimeltje en de strijd om de goudmijn verhuist het drietal naar het platteland. Omdat Harry rijk is geworden in Amerika, wonen ze in een villa en draagt voormalig straatschoffie Kruimeltje nette kleren. Harry vertelt Kruimeltje over zijn tijd in de Verenigde Staten toen hij de bandiet Lefty in een duel versloeg. Lefty en zijn kompanen ontvoeren Kruimeltje en willen hem ruilen voor Harry’s waardevolle aandeel in een goudmijn.
Het levert een verhaal op dat nog maar vrij weinig met Kruimeltje te maken heeft. Het is eerder een Hollandse western, inclusief muzikale verwijzingen naar de muziek die Ennio Morricone schreef voor Sergio Leone-spaghettiwesterns. Bos en hei vormen het decor, met een bijrol voor een tehuis waar weeskindjes hardvochtig worden gedwongen de was te doen.
De toon is vooral kluchtig, met een schmierende Victor Löw als Lefty. Zijn twee dommige handlangers zijn niet erg grappig. Een hondenvoerfabrikant krijgt alle gelegenheid tot product
placement, waarbij het zeer de vraag is of er een eeuw geleden al hondensnacks bestonden. Hoe dan ook, hondje Moor, Kruimeltjes trouwe kompaan, steelt de show."
Floortje Smit op Volkskrant.nl op 5 februari 2020: "(...) Een van Nederlands bekendste straatschoffies leeft niet meer op straat. Kruimeltje, uit het gelijknamige boek (uit 1923) van
Chris van Abkoude, woont in Kruimeltje en de strijd om de goudmijn in een enorme witte villa, mét zijn liefhebbende ouders. Dat is misschien even wennen. Voor Kruimeltje, maar ook voor de liefhebbers van de eerste film uit 1999. Zo’n twintig jaar geleden trok regisseur Maria Peters met haar combinatie van Hollandsche nostalgie en hartverwarmend familie-entertainment zo’n 1,3 miljoen bezoekers naar de
bioscoop. Dat zijn getallen waar de hedendaagse jeugdfilmmakers alleen van kunnen dromen. Geen wonder dus, dat producent Rick Engelkes hoopt de Tiktok-generatie van nu weer warm te maken voor deze malle belhamel.
Op dezelfde manier, en ook weer heel anders. Kruimeltje, hetzelfde stoute jongetje dat zich met de beste bedoelingen steeds in de nesten weet te werken, wordt na een wat stroperig begin ontvoerd door een stel boeven. Eigenlijk wordt het dan pas echt leuk, als de knusse kasseienstraatjes en trapgevelhuisjes plaatsmaken voor de Hollandse duinen en Kruimeltje en de strijd om de goudmijn de valse nostalgie naar Nederland anno 1920 achter zich laat en zich ontpopt tot een western voor beginners.
Scenarist Tijs van Marle (Mees Kees, Dummie de Mummie) en regisseur Diede in ’t Veld hebben in ieder geval veel plezier met de wetten van dat genre. Er zijn paarden en mondharmonica’s, en schurken met zwarte hoeden. Shoot-outs worden – uiteraard – nergens bloederig of levensgevaarlijk, maar zijn wel spannend genoeg voor de doelgroep.
Als het eng dreigt te worden, wordt het ventiel vaardig losser gedraaid. Onder andere dankzij de hond van Kruimeltje en een domme handlanger, gespeeld door Horace Cohen, die de verleiding knap weerstaat om te ernstig te gaan schmieren, wat zo vaak gebeurt in Nederlandse kinderfilms voor een groot publiek.
Vrolijk vermaak is bij deze nieuwe Kruimeltje belangrijker dan emotionele impact. En slapstick regisseren blijkt maar weer eens een kunst. Maar goed, zo lang de bakker met zijn hoofd in een bruidstaart eindigt, maakt dat de kinderen waarschijnlijk weinig uit. En Kruimeltje zelf is en blijft een personage dat blijft aanspreken, in welke omgeving je hem ook plaatst."
Ronald Rovers op Trouw.nl op 6 februari 2020: "(...) Een echt eigentijdse Kruimeltje zou meer scheldwoorden en straattaal gebruiken, maar de makers mikten duidelijk niet op eigentijds. De sfeer is net als in de oorspronkelijke verfilming van het jeugdboek van Chris van Abkoude oud-Hollandsch, al is het Anton Pieckgehalte van de decors duidelijk een paar tandjes teruggedraaid. Logisch ook, want deze Kruimeltje speelt niet in de besneeuwde straten van Rotterdam, maar op de heide.
Kruimeltjes vader Harry Volker kwam aan het eind van de eerste film terug uit Amerika en kocht van het goud dat hij vond een villa. Helaas was dat niet het enige dat uit Amerika over kwam.
Zijn aartsrivaal Lefty is hem achterna gereisd en laat zijn twee sukkelige handlangers Kruimeltje ontvoeren om de eigendomspapieren van de goudmijn in handen te krijgen.
De keuze om het hele avontuur een westernsausje te geven – paardrijden, lasso’s, een duel – pakt goed uit. Het past bij Kruimeltjes wereldbeeld. Het acteren en de dialogen kraken hier en daar wel. “Wil je nooit meer weglopen”, vraagt Kruimeltjes moeder ergens aan het eind. “Nee, nooit meer”, zegt Kruimeltje terwijl hij haar omhelst. Zo praten mensen dus alleen in oud-Hollandsche jeugdfilms. Soms kraakt de choreografie van scènes. Als Kruimeltjes moeder Lefty slaat, omdat die haar en vader Harry onder schot hield, blijft ze vervolgens gewoon stilstaan in plaats van weg te rennen. Alsof ze denkt dat de scène is afgelopen. Daar tegenover staat dat de essentie van het belhamelavontuur niet uit het oog is verloren: de
achtervolgingsscènes. Na de eerste achtervolging komt de film wat traag op gang, maar de vaart komt er goed in nadat Kruimeltje is ontvoerd. In de rest van de film is duidelijk goed nagedacht over wat de camera kan doen om het avontuur spannend en beweeglijk te maken. Applaus bijvoorbeeld voor de ontsnappingsscène uit een weeshuis met een hoofdrol voor een gigantische berg zeepsop.
De enige echte dissonant is de lachwekkend geforceerde product placement – tot vier keer toe! – van een of ander hondenbrokkenmerk. Tip aan de makers: niet doen. Het stoort echt."