De Libi volgt 24 uur lang drie moderne titaantjes van zeventien jaar uit een Amsterdamse buitenwijk die er alles aan doen om de fameuze nachtclub Jimmy Woo binnen te komen om zo te bewijzen wat ze waard zijn in het leven.
Het is de eerste bioscoopfilm van de jonge regisseur Shady El-Hamus.
“De Libi is een film die volledig geworteld is in de jongerencultuur van nu, maar een universele boodschap communiceert: je moet de kansen die er in je leven voorbijkomen leren herkennen en aangrijpen”, stelt El-Hamus. “Een film die de belevingswereld van de jeugd van nu laat zien en hen serieus neemt, omdat zij de toekomst zijn.”
De libi betekent 'het leven'.
De opnames van de film vonden zomer 2018 plaats in Amsterdam.
Bilal Wahib speelde eerder onder meer in Fissa, Layla M en Broeders. Rapper Hef was eerder al te zien in Gangsterboys, Valentino en de serie Van God los.
Kijkwijzer: 12 jaar (seks, grof taalgebruik, drugs).
Pers
In 'de Filmkrant' van juni 2019: "(...) Ferris Bueller is duidelijk een inspiratie voor De libi: in zijn uitgangspunt (beide films volgen drie tieners tijdens een dag spijbelen) en in zijn grenzeloos optimistische grondtoon. Al zijn er ook verschillen. Waar Ferris en zijn vrienden door Chicago kruisen in een geleende Ferrari, moeten Bilal en zijn matties Gregg (Daniel Kolf) en Kevin (Oussama Ahammoud) het doen met een Canta. En waar voor Ferris spijbelen een doel op zich is, heeft Bilal een andere motivatie. Hij moet zichzelf op de gastenlijst zien te krijgen voor de exclusieve club Jimmy Woo, zodat hij daar een meisje kan ontmoeten en kan bewijzen dat hij wél wat voorstelt. Wat natuurlijk eigenlijk niet zo is. Nog niet, in ieder geval. Het leidt tot een reeks vrolijke omzwervingen door Amsterdam met een snelheid van maximaal 45 kilometer per uur.
Als je niet weet dat ‘de libi’ straattaal is voor ‘het leven’, dan is De libi niet voor jou gemaakt. Of misschien juist wel. Het ongebreidelde enthousiasme van zowel de film als de personages werkt hoe dan ook aanstekelijk. En het zijn juist de witte werelden waarin Bilal en zijn vrienden verzeild raken, die absurd worden gemaakt: van een stel wereldvreemde politieagenten tot de doorgesnoven studenten die automatisch aannemen dat Bilal een drugsdealer is. Zo zie je Amsterdam ook eens van een andere kant.
El-Hamus schreef de film samen met Jeroen Scholten van Aschat, die ook met filmmaker Viktor van der Valk samenwerkte aan diens recente, speelse Nocturne. In veel opzichten zijn Nocturne en De libi tegenpolen, maar wat ze delen is strijdbaarheid. Hier spreekt, voor én achter de schermen, een jonge generatie makers die niet klaagt dat er geen ruimte voor ze is, maar die ruimte zelf creëert."
Jan Pieter Ekker op Parool.nl op 12 juni 2019: "(...) El-Hamus grasduinde in tal van fijne films – van John Hughes’ spijbelklassieker Ferris Bueller’s Day Off tot het Franse outcastdrama La Haine; van Sam de Jongs ode aan Amsterdam-Noord Prins tot 8 Mile, over de opkomt van een getalenteerde rapper. Hij speelt met vooroordelen en omarmt de clichés, combineert muziek van rapper Hef (die een cameo heeft) met brass van Gallowstreet en Jungle by Night, en durft zijn personages straattaal te laten spreken die nauwelijks te volgen is voor iedereen boven de twintig.
Het resultaat is een vermakelijke niks-aan-de-handfilm over vriendschap en volwassenwording, ambities en erkenning, en materialisme en status. Problemen verdwijnen als sneeuw voor de zon, en toch weet het onbekommerde grotestadssprookje op zijn beste momenten nog te ontroeren ook."
Kevin Toma op Volkskrant.nl op 12 juni 2019: "(...) Scholten van Aschat schreef ook mee aan het scenario van Viktor van der Valks eigenwijze drama Nocturne (2019). Met die film deelt El-Hamus’ regiedebuut een voorkeur voor sfeer en spontaniteit boven een strakke plot, en net als Nocturne haakt De Libi graag aan bij filmklassiekers - vooral Federico Fellini’s I vitelloni (1953), over een stel doelloze dralers, en John Hughes’ spijbelkomedie Ferris Bueller’s Day Off (1986). Alleen al de verrassend humoristische scène waarin een geschiedenisles zó saai uitpakt dat de docent in slow motion praat, lijkt een heerlijk eerbetoon aan Hughes’ film.
En zo zijn er veel meer momenten in De Libi die eigenlijk te flauw voor woorden zouden moeten zijn en tóch werken: zelfs wanneer Bilal en Gregg verdwaalde toeristen richting Amstelveen sturen, is dat erg grappig. Nooit te zwaar of te licht, heeft De Libi een schwung waar menig Nederlandse speelfilm een puntje aan kan zuigen.
Soms zijn de wederwaardigheden van de jongens wat stripachtig, maar dat maakt hun zorgen niet minder reëel. De drie doen stoer, maar barsten van de onzekerheid. Ze worden vanwege hun Marokkaanse en Surinaamse achtergrond akelig snel afgeschreven, klooien wat aan, maar koesteren het diepe verlangen om gezien te worden. Vol empathie buigt El-Hamus zich over zijn helden, terwijl hij zich dolgraag laat aansteken door hun rusteloosheid.
Ook Wahib, Kolf en Ahammoud, alle onder meer bekend van de misdaadserie Mocro Maffia, beleven enorme lol aan hun personages. Wahib (20), die eerder met El-Hamus samenwerkte in diens sterke kortfilm Malik (2017), maakt de meeste indruk. Virtuoos wisselt hij tussen bluf, ernst en ongedurigheid, in een rol die hem letterlijk op het lijf werd geschreven.
Vooral het samenspel van het trio is perfect. Of de jongens nu ijsjes in elkaars gezicht duwen, gestampte paracetamolletjes dealen aan een stel doorgesnoven hipsters of op het strand naar de zonsopkomst kijken: je ziet geen filmpersonages, maar vrienden voor het leven."